• Algemeen
• 5 oktober 2021
• Door Redactie

Dalfsenaar Ab Goutbeek ontvangt Penning van Verdienste

DALFSEN - (Amateur) archeoloog en cultuurhistoricus Ab Goutbeek nam maandagavond afscheid als bestuurslid van de Historische Kring Dalfsen. Hij is hierin actief geweest vanaf de oprichting in 1988.

Burgemeester Erica van Lente overhandigde hem de Penning van Verdienste, een blijk van waardering van de gemeente Dalfsen voor zijn bijzondere en jarenlange inzet.

Wandelend geschiedenisboek

Goutbeek wordt ook wel omschreven als ‘wandelend geschiedenisboek’ door al zijn kennis over de geschiedenis van met name de Overijsselse Vechtstreek. Naast zijn vroegere werk als bloemist, ontwikkelde hij zich tot (amateur)archeoloog en (amateur)cultuurhistoricus en betekende hij veel voor de gemeenschap.
De (amateur) archeoloog kan bijzonder boeiend een verhaal over vroeger vertellen zodat het blijft hangen en hij bouwt een brug door kennis uit de wetenschap te vertalen naar een verhaal dat iedereen begrijpt. Zo legde hij tijdens de opgravingen in Oosterdalfsen aan inwoners uit waarom de vondsten uit de tijd van de Trechterbekercultuur zo belangrijk waren. Ook deelde hij zijn kennis met de gemeenschap door zijn vele lezingen en publicaties.

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Meerdere onderscheidingen

De Penning van Verdienste is niet de eerste onderscheiding voor Goutbeek: in het jaar 2000 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor onder andere zijn inzet in het delen van zijn wetenschappelijke kennis. In 2019 ontving hij de zeldzame Zilveren Anjer van het Prins Bernhard cultuurfonds. Deze onderscheiding wordt sinds 1950 jaarlijks toegekend aan personen die zich vrijwillig en onbetaald hebben ingezet voor de cultuur of de natuur in Nederland.
“De verhalen van Ab Goutbeek hebben indruk gemaakt op veel inwoners van Dalfsen en het Vechtdal,” zei burgemeester Erica van Lente. “Door te spreken over de bijzondere geschiedenis van ons gebied, heeft de heer Goutbeek Dalfsen positief op de kaart gezet. Daarvoor zijn wij hem heel dankbaar.”