• Algemeen
• 9 februari 2021
• Door Redactie

Basisscholen en kinderdagverblijven hebben hun deuren weer geopend

DALFSEN - Nadat ze half december vrij abrupt moesten sluiten vanwege de afgekondigde lockdown, konden de scholen en kinderdagverblijven gisteren (maandag) na bijna acht weken de kinderen weer verwelkomen. Vanwege de sneeuw en gladheid besloten met name de scholen echter om een dag extra gesloten te blijven. Vandaag (dinsdag) hopen ze allen dan echt weer open te gaan.

De Planthof - Nieuwleusen

Voor de basisscholen stond vorige week in het teken van een korte, maar grondige voorbereiding, zo ook op De Planthof in Nieuwleusen. Locatiedirecteur Menno van de Merwe legt uit dat de protocollen die zij als school krijgen vanuit de PO-raad pas donderdag aan het eind van de dag gepubliceerd werden. “Voorafgaand daaraan wisten we wel al in grote lijnen welke maatregelen we moesten treffen, maar alsnog heb je te maken met een zeer korte voorbereidingstijd. Voor ons staat zonder twijfel de veiligheid van het personeel en de kinderen voorop, dus daarop hebben we dan ook alles ingericht,” vertelt hij. Een voorbeeld daarvan is dat de school nu wisselende begin- en eindtijden heeft. “Daarmee verspreiden we de bewegingen van personeel en leerlingen in school, en zorgen we in en om school voor minder contactmomenten.” De meest ingrijpende maatregel is dat bij een besmetting de gehele klas inclusief leerkracht vijf dagen in quarantaine moet. Op dag vijf kunnen leerlingen en leerkracht zich dan laten testen, bij een negatieve testuitslag mogen zij weer naar buiten. Als ouders hun kind niet willen laten testen, wordt de quarantaine verlengd met vijf dagen. “We zijn ondertussen wel gewend aan thuisscholing en online lesgeven, maar in deze gevallen zullen we heel snel moeten schakelen,” geeft Menno aan. “Het kan zo zijn dat opeens een hele groep naar huis wordt gestuurd en zij de dagen erna weer online les moeten krijgen. Ook daar zijn we nu op papier op voorbereid.” 

Hoewel de leerkrachten erg blij zijn hun kinderen weer live te kunnen zien, is het voor de meeste medewerkers ook wel spannend. “Dat vind ik ook heel normaal. Het blijft natuurlijk toch de vraag hoe groot het risico is dat je als leerkracht loopt en ook zij hebben soms naasten die tot een risicogroep behoren. Ze willen daar niet een gevaar voor zijn, dat begrijp ik heel goed,” vertelt Menno. “Toch overheerst bij ons het gevoel dat we het aankunnen en zijn we vooral heel blij om alle kinderen weer op school te verwelkomen. Goed dat iedereen weer onder dezelfde omstandigheden het lesprogramma kan volgen.” 

Het Avontuur - Dalfsen

Ook bij OBS Het Avontuur in Dalfsen zijn ze blij dat kinderen weer gewoon naar school mogen. Directeur Roeland Omlo vertelt dat ze zo goed mogelijk de richtlijnen hanteren. “We hanteren een nuchtere aanpak en gebruiken vooral ons gezond verstand,” legt hij uit. “De verplichte maatregelen zoals die door het ministerie zijn ingesteld treffen wij uiteraard ook. Daarnaast zijn er richtlijnen die meer adviserend van aard zijn. Daarvan kijken we goed welke passen binnen onze vorm van onderwijs en wat praktisch haalbaar is.” Hij legt uit dat er de afgelopen dagen landelijk veel discussie is geweest over de zogenaamde cohorten. “Dit houdt in dat je ervoor zorgt dat kinderen alleen contact hebben met eigen klasgenoten. Hoewel we binnen onze school het liefst zien dat kinderen contact hebben met kinderen uit allerlei andere groepen, is dit een richtlijn waar we ons prima aan kunnen houden. Maar er zijn ook partijen die adviseren dat je binnen een klas nog weer kleinere groepjes creëert zodat je het aantal contacten nog verder beperkt. Voor ons geldt dat we dat in de praktijk niet haalbaar vinden dus zo ver gaan we niet.” En mondkapjes verplichten doet Het Avontuur ook niet. “Uiteraard geldt voor personeelsleden en externe bezoekers die zich door het gebouw verplaatsen wel dat ze dan een mondkapje dragen. Maar voor leerlingen is het een vrije keuze. Als ouders of kinderen zich daar fijn bij voelen, vinden we dat prima. En ook nu ervaren we weer het voordeel van het zijn van een kleine school,” vertelt Roeland. “Kinderen hoeven bij ons niet het hele gebouw door om bij hun klaslokaal te komen, dus de bewegingen in het pand zijn al erg beperkt.”